149-jarig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 149-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 149-jarig |
verbogen | 149-jarige |
partitief | 149-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
149-jarig
- 149 jaren durend
- Gedurende dit 149-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 149 jaar
- Het 149-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '149-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.