140-jarig
- 140-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 140-jarig |
verbogen | 140-jarige |
partitief | 140-jarigs |
140-jarig
- 140 jaren durend
- Gedurende dit 140-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 140 jaar
- Het 140-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '140-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.