134-jarig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 134-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 134-jarig |
verbogen | 134-jarige |
partitief | 134-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
134-jarig
- 134 jaren durend
- Gedurende dit 134-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 134 jaar
- Het 134-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '134-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.