124-jarig
- 124-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 124-jarig |
verbogen | 124-jarige |
partitief | 124-jarigs |
124-jarig
- 124 jaren durend
- Gedurende dit 124-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 124 jaar
- Het 124-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '124-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.