123-jarig
- 123-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 123-jarig |
verbogen | 123-jarige |
partitief | 123-jarigs |
123-jarig
- 123 jaren durend
- Gedurende dit 123-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 123 jaar
- Het 123-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '123-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.