-ana
- kaana 12
- twana 13
Huidig bestand |
---|
0 |
- verbuiging en vrouwelijke vorm van -anus
-āna
- nominatief vrouwelijk enkelvoud van -anus
- «Christus → christiānus → christiāna»
- Christus → christen → vrouwelijke christen
- «campus → Campānia → campāna»
- veld, landschap → Campanië (waar brons werd gemaakt) → kerkklok
- «Christus → christiānus → christiāna»
- nominatief onzijdig meervoud van -anus
- accusatief onzijdig meervoud van -anus
- vocatief vrouwelijk enkelvoud van -anus
- vocatief onzijdig meervoud van -anus
-ānā
- ablatief vrouwelijk enkelvoud van -anus