ἄνθρωπος
Niet te verwarren met: άνθρωπος |
- IPA: /ˈantʰrɔːpɔs/
- De etymologie van ἄνθρωπος (ánthrōpos), dat reeds in het Myceens als a-to-ro-qo wordt aangetroffen, is niet duidelijk. Men vergelijkt an- met het Griekse anèr, andros: "man". In het Grieks is de voor het Indo-Europees gepostuleerde laryngaal sjwa-1 als a- bewaard gebleven (vergelijk het Griekse amelg- met het Nederlandse melk). Anèr zou daarmee verwant zijn met het Sanskriete nâra, het Welshe ner: "man, mens". Maar anthr- is niet met an(d)r- in verband te brengen: de "d" is eufonisch zoals in Hendrik (vergelijk Henri, Enrico, Henryk). Het element -ôp- zou op Grieks ops, opos: "oog, gezicht" (Myceens okw-, vergelijk Latijn ocu-lus: "oog") kunnen teruggaan. Anthrôpos zou dus eventueel kunnen betekenen "hij met het gezicht van een man of mens", hetgeen niet alleen een regressio ad infinitum zou impliceren, maar waarvoor men ook eerder het Griekse woord androps zou hebben verwacht.
ἄνθρωπος (ánthrōpos) m
enkelvoud | tweevoud | meervoud | |
---|---|---|---|
nominatief | ἄνθρωπος | ἀνθρώπω | ἄνθρωποι |
vocatief | ἄνθρωπε | ||
accusatief | ἄνθρωπον | ἀνθρώπους | |
genitief | ἀνθρώπου | ἀνθρώποιν | ἀνθρώπων |
datief | ἀνθρώπῳ | ἀνθρώποις |