чьи
чьи
- vragend meervoud nominatief: waarvan?, wiens?
- vragend meervoud accusatief: waarvan?, wiens?
- betrekkelijk meervoud nominatief: waarvan, wiens
- «Чеченские женщины, чьи родственники пропали без вести, решили создать собственную ассоциацию.»
- Tsjetsjeense vrouwen waarvan de familieleden gesneuveld zijn zonder aan de oorlogvoering deel te nemen hebben besloten een eigen organisatie op te richten.
- «Чеченские женщины, чьи родственники пропали без вести, решили создать собственную ассоциацию.»
- betrekkelijk meervoud accusatief: waarvan, wiens