enkelvoud meervoud
m v o m/v/o
nominatief че́й чья́ чьё чьи́
genitief чьего́ чье́й чьего́ чьи́х
datief чьему́ чье́й чьему́ чьи́м
accusatief чьего́
че́й
чью́ чьё чьи́х
чьи́
instrumentalis чьём чье́й чьём чьи́ми
locatief чьи́м чье́й чьи́м чьи́х

чьей

  1. vragend v genitief: van wiens?
  2. vragend v datief: aan wiens?
  3. vragend v instrumentalis: met, door wiens?
  4. vragend v locatief: over, in wiens?
  5. betrekkelijk v genitief: van wiens
  6. betrekkelijk v datief: aan wiens
    «Американец, по чьей вине погиб усыновленный им двухлетний ребенок из России, оправдан судом.»
    Een Amerikaan, door wiens schuld een door hem geadopteerd tweejarig kind uit Rusland omkwam, wordt berecht.
  7. betrekkelijk v instrumentalis: met door wiens
  8. betrekkelijk v locatief: over, in wiens