• über-ich
enkelvoud meervoud
naamwoord über-ich -
verkleinwoord - -

het über-icho

  1. (psychologie) sturend deel van de persoonlijkheid dat door opvoeding en socialisatie wordt gevormd en sociale normen en waarden bevat
     Via een vrij geniale tussenkomst van Freud, die de hele ziel op het rooster legde en daarbij onderscheid maakte tussen onze driften (es), ons geweten (über-ich) en het geknede karakter dat zich resulteert uit die twee (ich), zijn we inmiddels gestrand bij een biopsychosociaal model.[1]
  1.   Weblink bron
    Emma Bruns
    “Dokter, waarom ben ik zo somber?” (27 oktober 2011) op nrc.nl