zwikgat
- zwik·gat
- samenstelling van zwik zn en gat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwikgat | zwikgaten |
verkleinwoord | zwikgaatje | zwikgaatjes |
het zwikgat o
- (kuiperij) een klein gaatje aangebracht aan de bovenzijde van een vat om er lucht in toe te laten
- Een zwikgat kun je stoppen met een zwik.
- Het woord 'zwikgat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.