• kui·pe·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord kuiperij kuiperijen [2]
verkleinwoord kuiperijtje [2] kuiperijtjes [2]

de kuiperijv

  1. (bedrijf) het vervaardigen van vaten, kuipen en tonnen
    • Vroeger was de kuiperij een eerzaam beroep. 
  2. onbetrouwbare en corrupte actitiveiten
    • Zijn kuiperijen zijn berucht. 
77 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be