zwemonderwijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·on·der·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemonderwijs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zwemonderwijs o
- het door leraren overbrengen van vaardigheid in het zwemmen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zwemonderwijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Schoolzwemmen helemaal terug in gemeente Tubbergen” (7-11-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Zwemlerares Maria Gram maakt nieuwe start in Nordhorn” (14-08-2016), Tubantia