zwemgedeelte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwemgedeelte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwem·ge·deel·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwemmen ww  en  gedeelte zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwemgedeelte	zwemgedeeltes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwemgedeelte o

1. (sport) deel van een wedstrijd dat bestaat uit zwemmen

   ▸ Aangezien het ruimtestation geen zwembad heeft, simuleerde Williams het zwemgedeelte van de triatlon door speciale oefeningen met een weerstandsapparaat (ARED) te doen.

2. deel van een water waarin men kan en mag zwemmen

   • Er is een zwemgedeelte afgebakend. 

Gangbaarheid

• Het woord 'zwemgedeelte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.