Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zweet·drup·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweetdruppel zweetdruppels
verkleinwoord zweetdruppeltje zweetdruppeltjes

Zelfstandig naamwoord

de zweetdruppelm

  1. een druppel door zeetklieren uitgescheiden vocht
    • De zweetdruppels vielen van zijn voorhoofd. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be