zweert af
- zweert af
vervoeging van |
---|
afzweren |
zweert (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren
- Jij zweert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren
- Hij zweert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzweren
- Zweert af!
- Het woord zweert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.