Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwar·te·pie·ten·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartepietenpak zwartepietenpakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwartepietenpako

  1. (kleding) kostuum dat iemand draagt als iemand zich als Zwarte Piet verkleedt
     Na de zwarte, donkerbruine en witte pieten waren er vanavond drie nieuwe pieten te zien in het Sinterklaasjournaal op NPO 3: de clownspieten. Zij waren wit geschminkt als clown en hadden een pruik op, maar gingen gekleed in een zwartepietenpak. Een dag eerder hadden de witte pieten hun entree gemaakt.[1]
     Eigenaar Bram Weeda van de bekende Rotterdamse feestartikelengroothandel Moret in de Spaanse Polder laat ’met pijn in het hart’ een flink deel van de collectie veilen. Onder andere monsterkostuums, punkpruiken, scheetlatende slippers en zwartepietenpakken zullen uiteindelijk van eigenaar wisselen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Na Witte Pieten ook Clownspieten in Sinterklaasjournaal” (14-11-2014), Tubantia
  2.   Weblink bron “Feestwinkel veilt inhoud magazijn” (02 jul. 2013), De Telegraaf