zwakstroominstallatie

  • zwak·stroom·in·stal·la·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord zwakstroominstallatie zwakstroominstallaties
verkleinwoord

de zwakstroominstallatiev

  1. elektrisch netwerk met een nominale spanning van lager dan 24 volt
     Terwijl Rohan in het elektrotechnieklokaal van Panta Rhei het hoofd buigt over een zwakstroominstallatie, naait Rahima een hoedje van goudgeblokte stof.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    ESTHER BAKKER
    “Netelenbos wil mavo en vbo vervangen door theoretische 'leerwegen' 'Deze kinderen doen liever lap- en knutselwerk'” (15 januari 1998), de Volkskrant