zwakstroom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwakstroom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwak·stroom
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘elektrische stroom van lage spanning’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1901 [1]
- samenstelling van zwak en stroom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakstroom | - |
verkleinwoord | zwakstroompje | zwakstroompjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwakstroom m
- (elektrotechniek) elektriciteit van lage spanning (minder dan 24 volt)
- Zwakstroom is ongevaarlijk voor de mens.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zwakstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwakstroom" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "zwakstroom" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be