zwaaiden uit
- Geluid: zwaaiden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwajdə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
- zwaai·den uit
vervoeging van |
---|
uitzwaaien |
zwaaiden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitzwaaien
- Wij zwaaiden uit.
- Jullie zwaaiden uit.
- Zij zwaaiden uit.
- Wij zwaaiden uit.
- Het woord zwaaiden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.