zuidelijke langhoornbij

 
De zuidelijke langhoornbij
  • (IPA in voorbereiding)
  • zui·de·lij·ke lang·hoorn·bij
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidelijke langhoornbij zuidelijke langhoornbijen
verkleinwoord zuidelijk langhoornbijtje zuidelijke langhoornbijtjes

de zuidelijke langhoornbijv / m

  1. (vliesvleugeligen) Eucera nigrescens   13-15 mm lang en vliegt van april tot oktober. Het mannetje heeft een dichte beharing en valt op door lange voelsprieten. De zuidelijke langhoornbij is oligolectisch en vliegt uitsluitend op vlinderbloemigen zoals heggenwikke