zuidelijke langhoornbij
- (IPA in voorbereiding)
- zui·de·lij·ke lang·hoorn·bij
- verbinding van zuidelijke en langhoornbij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidelijke langhoornbij | zuidelijke langhoornbijen |
verkleinwoord | zuidelijk langhoornbijtje | zuidelijke langhoornbijtjes |
de zuidelijke langhoornbij v / m
- (vliesvleugeligen) Eucera nigrescens 13-15 mm lang en vliegt van april tot oktober. Het mannetje heeft een dichte beharing en valt op door lange voelsprieten. De zuidelijke langhoornbij is oligolectisch en vliegt uitsluitend op vlinderbloemigen zoals heggenwikke
- Het woord 'zuidelijke langhoornbij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.