zoutloket
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zout·lo·ket
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zout zn en loket zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutloket | zoutloketten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zoutloket o
- samenwerkingsverband tussen verschillende wegbeheerders waarbij iedereen de strooizoutvoorraad inbrengt bij Rijkswaterstaat die het strooizout dan weer herverdeelt zodanig dat de belangrijkste wegen toegankelijk blijven
- ▸ Gemeenten zijn niet enthousiast over het zoutloket van Rijkswaterstaat. Ze zijn bang, dat ze bij een strenge winter, te veel van de eìgen zoutvoorraad moeten inleveren. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS.[1]
- ▸ Het zoutloket treedt in werking als er regionale tekorten zijn. Alle deelnemende wegbeheerders leveren hun voorraad dan in bij Rijkswaterstaat, die het zout herverdeelt. Daarmee moeten de belangrijkste wegen en calamiteitenroutes toegankelijk blijven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zoutloket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Gemeenten sceptisch over zoutloket” (Vrijdag 2 december 2011, 07:27), NOS
- ↑ Weblink bron “Minder gemeenten lid van zoutloket” (Vrijdag 2 december 2011, 15:40), NOS