zoutgebruik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoutgebruik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zout·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zout en gebruik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutgebruik | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zoutgebruik o
- de hoeveelheid zout die men gebruikt
- Het zoutgebruik gebruik van de gemiddelde Nederlander is veel hoger dan gezond is.
- Bij een te hoog zoutgebruik is de kans op hogebloeddruk verhoogd.
Gangbaarheid
- Het woord 'zoutgebruik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.