Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·glo·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnegloren -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zonnegloreno

  1. het lichtschijnsel aan de einder die de zonsopgang aankondigt
    • Het zonnegloren begroette hem al toen hij eindelijk zijn bed bereikte. 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be