zomervlucht
- Geluid: zomervlucht (hulp, bestand)
- zo·mer·vlucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomervlucht | zomervluchten |
verkleinwoord |
- een reis met een vliegtuig in de zomer
- De zomervlucht werd met korting aangeboden.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomervlucht | zomervluchten |
verkleinwoord |