herfstvlucht
- herfst·vlucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herfstvlucht | herfstvluchten |
verkleinwoord |
- een reis met een vliegtuig in de herfst
- De herfstvlucht werd met korting aangeboden.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herfstvlucht | herfstvluchten |
verkleinwoord |