zomertentoonstelling

Nederlands

 
zomertentoonstelling
Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·ten·toon·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomertentoonstelling zomertentoonstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomertentoonstellingv

  1. publiekelijke uitstalling van voorwerpen gedurende de zomermaanden
     De docent stuurde de foto in voor de wedstrijd van het Rijksmuseum. Het museum heeft 2019 uitgeroepen tot het jaar van Rembrandt. Speciaal daarom is er een wedstrijd waarbij iedereen een eigengemaakt kunstwerk kan inzenden voor de zomertentoonstelling.[1]
     In het Drawing Centre in Diepenheim kan dit weekend voor het laatst de zomertentoonstelling La Jeune Fille et la Mort worden bezocht.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Kimberly Rallis
    “Studenten Cibap maken Nachtwacht na, maar dan net even anders” (11-04-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Hof van Twente aankomend weekend bomvol activiteiten” (25-08-2016), Tubantia