zomerkost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zo·mer·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerkost | |
verkleinwoord | zomerkostje | zomerkostjes |
Zelfstandig naamwoord
de zomerkost m
- (voeding) voedsel dat men zomers eet
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zomerkost' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.