zomerhit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zomerhit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zo·mer·hit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zomer zn  en  hit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zomerhit	zomerhits
verkleinwoord	zomerhitje	zomerhitjes

Zelfstandig naamwoord

de zomerhit m

1. (muziek) lied dat populair tijdens de zomermaanden

   ▸ Waka Waka (This Time for Africa) van Shakira is de ultieme zomerhit voor Jelle.

   ▸ Camila Cabello en Shawn Mendes hebben volgens Spotify met hun duet Señorita de zomerhit van 2019 te pakken. Het nummer van het koppel werd tussen 1 juni en 20 augustus zowel in Nederland als wereldwijd het vaakst gestreamd. Dat heeft Spotify vanmiddag bekendgemaakt.

Gangbaarheid

• Het woord zomerhit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.