zolen
- zo·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zolen |
zoolde |
gezoold |
zwak -d | volledig |
zolen
- het aanbrengen van een zool onder een schoen
- Deze schoen moet nog gezoold.
de zolen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zool
- Het woord zolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zolen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be