• zoet·sap·pig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetsappigheid zoetsappigheden
verkleinwoord

de zoetsappigheidv

  1. het al te liefelijk of klef zijn
     De krachtige 'krak' in haar stem maakt liefdesliedjes zoveel minder klef dan de massa zoetsappigheid die op ons wordt afgevuurd door andere artiesten.[2]
     ,,Ik wil maar zeggen: wij hebben in dit debat toch wel historisch recht van spreken, en passen ervoor om, uit vrees tot het PVV-kamp te worden gerekend, in politiek-correcte zoetsappigheid te vervallen."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Marlies van Leeuwen
    “Zeven redenen waarom iedereen van Adele houdt” (28-10-2015), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Hanneke Keultjes
    “SGP gaat strijd om kiezer aan met PVV in islamdebat” (14-01-2017), Tubantia