Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoek·pro·ces
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoekproces zoekprocessen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zoekproceso

  1. stroom van handelingen die gericht is op het vinden van iets dat men zoekt
     Ties de Kock ontwikkelde de app Vooruitzicht. Hij draait het zoekproces van een baan en opleiding om. Wanneer scholieren nu hun toekomst gaan plannen, wordt gevraagd naar hun interesses. Op basis daarvan wordt gezocht naar passende opleidingen.[1]
     De Vries zal in ieder geval tot en met het einde van het huidige boekjaar, tot en met 31 maart 2020, als financieel eindverantwoordelijke bij de onderneming werkzaam zijn. Een zoekproces om de juiste opvolger te vinden is gestart.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Studenten UT maken met banen-app kans op 20 mille” (26-03-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron “Financieel topman Bols vertrekt” (26 sep. 2019), De Telegraaf