Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo da·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

zo dadelijk

  1. niet onmiddellijk, maar wel heel gauw
     „Ik moet ophangen, want ik word zo dadelijk geïnterviewd”, zei ze.[1]
     Ze heeft haar verhaal gedaan aan journalisten „van China tot Canada”. Zo dadelijk gaat ze skypen met Australië.[2]
  2. op die manier in de toekomst (gebruikt om een problematisch gevolg aan te geven)
     Het zou gaan om in totaal zo’n 2.000 arbeidsplaatsen. Een nieuwe baan blijkt niet zomaar gevonden. Alhoewel de sluiting al bekend is sinds 4 april, hebben volgens Philip Morris nu circa honderd mensen ander werk gevonden. 92 Procent van de werknemers is zo dadelijk werkloos.[3]
     Zo dadelijk vriest mijn hand nog af. Kan dat?[4]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Naast deze specifieke betekenissen kunnen "zo" en "dadelijk" ook in hun gewone betekenisen direct na elkaar voorkomen.
 Piek: ,Er is absoluut geen gevaar voor de volksgezondheid.' Ten Hoedt, kevers determinerend op het wilde zwijn: ,Het enige wat ik zo dadelijk doe, is mijn handen wassen, omdat die misschien wat stinken.'[5]
 Pas dit jaar, dat nauwelijks twee weken oud is, is onze minister van buitenlandse zaken twee keer uit zijn slof geschoten, op een manier die je niet zo dadelijk van de chef van een diplomatie verwacht.[6]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Yaël Vinckx
    “Heimwee naar een banaan” (21 september 2021) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Arjen Schreuder & Folkert Jensma
    “Zij krijgt het milieu wél op de agenda” (26 juni 2015) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Merlin Daleman & Marleen Luijt
    “Eerst even rust en het hoofd leegmaken” (29 augustus 2014) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Saskia de Coster
    “Overbodige ledematen” (23 oktober 2009) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Arjen Schreuder
    “De natuur gedijt bij dode dieren” (26 september 2003) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    J.L. Heldring
    “Lekker de waarheid zeggen” (18 januari 1994) op nrc.nl