zit-stawerkplek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zit-sta·werk·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zit-stawerkplek | zit-stawerkplekken |
verkleinwoord | zit-stawerkplekje | zit-stawerkplekjes |
Zelfstandig naamwoord
- werkplek waar men zowel zittend als staand kan werken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zit-stawerkplek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.