zinskern
- zins·kern
- samenstelling van zin en kern met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinskern | zinskernen |
verkleinwoord | zinskerntje | zinskerntjes |
- de benaming voor de grammaticale basis van de zin, die uit het onderwerp en het volledige gezegde bestaat
- De zinskern is het kleinste deel van een langere zin dat in principe een zelfstandige zin kan vormen, de voorwerpen en bepalingen kunnen dat niet.
- Het woord 'zinskern' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zinskern" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be