Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zink·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zinkbad zinkbaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zinkbad o [1]

  1. een bad vloeibaar zink waarin een metalen voorwerp kan worden gedoopt om er een laagje zink om te laten vormen
    • Daar werd de PF200 C gerestaureerd door Tom Palisi van Tarpon Springs. Geen schuurproject, maar op professioneel niveau. De restauratie duurde namelijk bijna tien jaar(!). Het chassis van de auto werd gedipt in een zinkbad, zodat roest verleden tijd zou zijn. Alle zaken van de auto werden tot in detail opgeknapt. Zelfs de motor, waarvoor compleet nieuwe onderdelen werden gemaakt. [2] 
    • Toen een zware ijzeren balk met een ketting in een zinkbad werd gedeponeerd, brak plots de ketting waardoor de zware balk in het bad plofte. Een arbeider werd door het vloeibare zink ernstig verbrand, twee anderen werden met lichtere brandwonden naar het ziekenhuis van Aalst gebracht. [3] 

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen