raam aan de zijkant
  • zij·raam
enkelvoud meervoud
naamwoord zijraam zijramen
verkleinwoord zijraampje zijraampjes

het zijraamo

  1. (bouwkunde) raam aan de zijkant van een gebouw of voertuig
    • Die Eendjes toch. De ooit spotgoedkope anti-auto’s gaan tegenwoordig van de hand voor bedragen die je een aardige tweedehands Mercedes opleveren; 10 tot 15.000 euro is heel gewoon, de beste exemplaren schieten ver boven de twintig uit. En dat voor een oudgediende die al in de jaren zeventig tot de traagste en primitiefste vervoermiddelen van zijn tijd behoorde. Die je toen nieuw kocht voor minder dan 5.000 gulden, zeg 2.000 euro nu. Daarvoor had je geen airco, geen klokje, geen elektrische en zelfs geen neerdraaibare zijramen, geen achterruitverwarming - niks. Hij bleef zo kaal als een kerkrat en Citroën deed weinig moeite om hem bij de tijd te houden. De cilinderinhoud nam iets toe van 375 naar 435 en uiteindelijk 602 cc. Zo werd hij iets sneller. Iets. De acceleratie naar honderd kilometer per uur voltrok zich in zijn laatste carrièrestadium in 35 seconden, nog steeds een kleine eeuwigheid. De 2CV bleef de rudimentaire weltergewicht die hij bij zijn debuut in 1948 was met toen 9 pk en een topsnelheid van 64 kilometer per uur - en precies dat was en is wat fans er charmant aan vinden. [1] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Bas van Putten 4 februari 2017
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be