zijloge
- zij·lo·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijloge | zijloges |
verkleinwoord |
- plaatsen in de zijkant van de zaal of de zijbalkons van een schouwburg met een beperkt zicht op het toneel
- ▸ Iets beperkt- en Beperkt Zicht plaatsen zijn de plaatsen in de zijloge en in de zijloges van het 1e en 2e balkon.[2]
- Het woord zijloge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijloge" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Iets beperkt zicht- en Beperkt zicht plaatsen” (05 juni 2019), Amphion schouwburg
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be