zijlings
- zij·lings
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zijlings | zijlingser | zijlingst |
verbogen | zijlingse | zijlingsere | zijlingste |
partitief | zijlings | zijlingsers | - |
zijlings
- van opzij, in de richting van een van beide zijden
- Het zijlingse zeezicht maakt deze woning zeer gewild.
- Het woord zijlings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijlings" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be