Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zi·geu·ner·mu·ziek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zigeunermuziek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zigeunermuziekv

  1. muziek in zigeunerstijl
     Ballast! De Oldenzaalse straattheatergroep Hydra heeft aan één woord genoeg om haar boodschap uit te dragen. Zigeunermuziek weerklinkt, een ingelijste foto van een besnorde heer wordt omhoog gehouden. Luid 'ballast!' roepend klampt een acteur met een blindenstok mensen uit het publiek aan.[2]
     Zigeunermuziek, rockmuziek en zelfs een koperensemble. Divers was het Straatmuzikantenfestival zaterdagmiddag in de Almelose binnenstad zeker.[3]
  2. muziek gemaakt door Roma's en Sinti

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Acrobatiek en zigeunermuziek” (06-08-2009), Tubantia
  3.   Weblink bron “Even een dansje tijdens het winkelen” (26-06-2010), Tubantia