• zi·geu·ner·meis·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zigeunermeisje zigeunermeisjes

het zigeunermeisjeo dim. tant.

  1. een meisje dat tot een zigeunerfamilie behoort
    • Het zigeunermeisje hielp haar moeder met de afwas.