Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziels·lief
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

zielslief [1]

  1. iemand zielslief hebben: iemand innig liefhebben
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen