zielenvreugde
- zie·len·vreug·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielenvreugde | zielenvreugdes zielenvreugden |
verkleinwoord |
de zielenvreugde v
- innerlijke voldoening ontstaan door werkzaam religieus leven
- ▸ Met nadruk wordt erop gewezen hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor zielenpijn en zielenvreugde.[2]
- Het woord zielenvreugde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ds. T. W. van Bennekom“Breedte en diepte van een geestelijk gesprek” (28-01-2011), Reformatorisch Dagblad