Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziektegeval ziektegevallen
verkleinwoord ziektegevalletje ziektegevalletjes

Zelfstandig naamwoord

het ziektegevalo

  1. het daadwerkelijk lijden aan een bepaalde ziekte door een persoon
    • Er waren eerst twee ziektegevallen maar spoedig kwamen er meer. 
     Rijkswaterstaat heeft de Ketheltunnel in de A4 bij Schiedam vanochtend rond 06.45 uur in beide richtingen afgesloten. Door ziektegevallen waren er geen mensen om toezicht op de tunnel te houden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ketheltunnel dicht tijdens ochtendspits vanwege ziekmeldingen, inmiddels weer open” (16 mei 2022), NOS