ziekenhuisprotocol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·pro·to·col
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en protocol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuisprotocol | ziekenhuisprotocollen |
verkleinwoord | ziekenhuisprotocolletje | ziekenhuisprotocolletjes |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuisprotocol o
- een protocol dat in een ziekenhuis gevolgd wordt.
- Het ziekenhuisprotocol werd niet gevolgd waardoor een patiënt werd gered.
Gangbaarheid
- Het woord 'ziekenhuisprotocol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.