ziekenhuisprotocol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·pro·to·col
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuisprotocol ziekenhuisprotocollen
verkleinwoord ziekenhuisprotocolletje ziekenhuisprotocolletjes

Zelfstandig naamwoord

het ziekenhuisprotocolo

  1. een protocol dat in een ziekenhuis gevolgd wordt.
    • Het ziekenhuisprotocol werd niet gevolgd waardoor een patiënt werd gered. 

Gangbaarheid