Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuiskost ziekenhuiskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenhuiskostm

  1. (verouderd) (economie) kosten gemaakt doordat je naar een hospitaal gaat, zoals een ziekenhuisopname en een behandeling.
  2. (voeding) eten dat patiënten in een ziekenhuis krijgen

Gangbaarheid