ziekenhuisbestuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuisbestuur ziekenhuisbesturen
verkleinwoord ziekenhuisbestuurtje ziekenhuisbestuurtjes

Zelfstandig naamwoord

het ziekenhuisbestuuro

  1. het bestuur van een ziekenhuis.
    • Het ziekenhuisbestuur moest het ziekenhuisbeleid uitvoeren. 

Gangbaarheid