ziekeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekeling | ziekelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ziekeling v
- iemand die ziek is
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ziekeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.