ziehier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ziehier    (hulp, bestand)
• IPA: /ziˈɦir/

Woordafbreking

• zie·hier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zie  en  hier 

Tussenwerpsel

ziehier

1. drukt verbazing uit over het verschijnen of aanwezig zijn van iets in de nabijheid van de spreker

   • Ziehier! Ik heb toch net genoeg geld. 

Verwante begrippen

• ziedaar

Gangbaarheid

• Het woord ziehier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ziehier" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.