zie voorbij
- Geluid: zie voorbij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzi vorˈbɛi / (3 lettergrepen)
- zie voor·bij
vervoeging van |
---|
voorbijzien |
zie (…) voorbij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien
- Ik zie voorbij.
- gebiedende wijs van voorbijzien
- Zie voorbij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien
- Zie je voorbij?
- Het woord zie voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.